Dialoog over een woord
Zeg, dat woord ‘slaafgemaakte’ …
– Wat is daarmee?
Ik lees en hoor dat de laatste tijd regelmatig. Ik snap het niet helemaal. Is het wat anders dan een slaaf? Sorry, ik heb de laatste jaren nogal onder een steen geleefd.
– Een slaafgemaakte is iemand die tot slaaf is gemaakt. Het woord zegt het al. En voor de volledigheid, een slaaf is iemand die in totale onvrijheid voor iemand werkte – of soms nog werkt, het komt ook nu nog wel voor, maar veel minder geloof ik – meestal in slechte omstandigheden. Een slaaf was niet vrij om ergens anders te gaan werken of leven en was de jure en de facto eigendom van zijn of haar ‘meester’.
Maar een slaafgemaakte, laten we hem Tom noemen, is dus per definitie een slaaf.
– Ja, natuurlijk, wat je bent gemaakt, dat ben je.
Maar waarom wordt Tom dan tegenwoordig vaak ‘slaafgemaakte’ genoemd en niet ‘slaaf’?
– Om te benadrukken dat Tom, als hij de keus had gehad, geen slaaf was geweest. Slaaf gemaakt, niet slaaf geworden.
Hm, ik snap de noodzaak van het woord niet zo. Zijn er dan mensen die denken of beweren dat slaven het prima vonden dat ze slaaf waren?
– Nou nee, dat geloof ik niet. Maar het is een vorm van erkenning voor het leed van de slavernij. Bovendien is het racisme dat tegenwoordig nog bestaat, historisch verbonden aan die slavernij. Het gebruik van het woord ‘slaafgemaakte’ in plaats van ‘slaaf’ steekt de huidige, verre nazaten van Tom een hart onder de riem. Het is een signaalwoord. Door ‘slaafgemaakte’ te bezigen laat je weten dat je tegen racisme bent. Je bent woke.
Woke? Is dat iets anders dan antiracistisch?
– Eh ja, het is meer dan dat. Hoe moet ik het zeggen? Woke is woke. Wacht, ik pak de Van Dale erbij: ‘zich zeer bewust van racisme en sociaal onrecht jegens minderheden’.
Zoiets als politiek correct?
– Ja, in elk geval verwant daarmee.
Weer wat geleerd. Leuk woord! Maar je zegt ‘in plaats van slaaf’: “Het gebruik van het woord ‘slaafgemaakte’ in plaats van ‘slaaf’.” Ik zie in het woord ‘slaafgemaakte’ nog steeds het woord ‘slaaf’ staan. Het losse woord ‘slaaf’ is niet duidelijk, of niet ethisch, of niet empathisch genoeg, maar is het als onderdeel van ‘slaafgemaakte’ dan wel oké? Hoe dan? Zouden we dan niet over een ‘slaafgemaaktegemaakte’ moeten hebben? Enzovoorts, ad infinitum?
– Je bent aan het muggenziften. Het gaat om het gevoel.
Vooruit. Ik accepteer dan maar dat het woord ‘slaafgemaakte’ als woke synoniem voor ‘slaaf’ …
– Nou, niet helemaal synoniem. Voor ‘slaaf’ in een bepaalde betekenis. Een ‘slaaf’ in een SM-verhouding noem je geen ‘slaafgemaakte’.
… dat het woord ‘slaafgemaakte’ als woke synoniem voor een bepaalde, heel belangrijke betekenis van ‘slaaf’, de taalgebruiker in een draaikolk van zelfverwijzing naar beneden sleurt. ‘Slaafgemaaktegemaaktegemaakte…’. Dat accepteer ik. Knarsetandend. Muggenzifterij, soit. Maar ik zit wel nog met dat ‘gemaakt’. Tom had een vrij leven in Afrika tot hij gevangengenomen werd door boosaardige witte mannen …
– Vaak juist door boosaardige zwarte mannen, maar dat terzijde.
… gevangengenomen werd door boosaardige mannen en verscheept naar bijvoorbeeld Brazilië, Suriname of Amerika om daar als eigendom van een andere boosaardige witte man of vrouw te moeten werken. Zijn vrouw Chloe is samen met hem gevangengenomen en in Alabama krijgen zij een kind, laten we zeggen Eliza. Hoe noemen we Eliza dan? Je kunt moeilijk zeggen dat zij ‘tot slaaf gemaakt’ is.
– Er bestaat een onderscheid tussen ‘slaafgemaakten’ en ‘slaafgeborenen’. Dat staat tenminste in de Van Dale, maar eerlijk gezegd heb ik het woord ‘slaafgeborene’ nog nooit gehoord. Eliza zou dus eigenlijk een ‘slaafgeborene’ zijn. Dat lijkt helder. Maar het is erg lastig om dat onderscheid steeds te moeten maken, al was het maar omdat je het in veel contexten domweg niet weet. Daarom gebruiken we voor het gemak ‘slaafgemaakten’ voor alle soorten ‘slaven’ in deze context, zeg maar voor alle Toms en Chloe’s en Eliza’s, of ze nu daadwerkelijk tot slaaf zijn gemaakt of zijn geboren uit zulken.
Oké. Het wordt er niet overzichtelijker op, maar vooruit. Dan nog iets. Er bestaan allerlei samenstellingen met ‘slaaf’. Moet je die ook aanpassen als je woke wilt zijn? Dus ‘slaafgemaaktenhouder’ en ‘slaafgemaaktenhandel’?
– Nee, nóg niet in elk geval. Wat niet is, kan nog komen, maar deze woorden zijn ook voor woke mensen kennelijk te dol.
Dus als een schoolmeisje aan haar woke moeder vraagt: ‘Mama, wat is een slavenhouder?’, dan antwoordt moeder: ‘Een slavenhouder is iemand die slaafgemaakten houdt.’ Bij een slavenopstand komen slaafgemaakten in opstand.
– Zo is het.
Is deze terminologieverandering een vondst van de Nederlanders? Hoe doen ze dat in andere landen?
– Nederland heeft het, hoe kan het ook anders, overgenomen uit Amerika. Als woke alternatief voor slave hebben ze daar enslaved person. Met vergelijkbare motieven – en bezwaren – als in het Nederlands.
Aha. Even een zijstraatje: hoe gaan ze dat dan met filmtitels doen, als er nieuwe films over slavernij worden uitgebracht? Enslaved person bekt immers voor geen meter. Hoe heet die film van Tarantino ook weer?
– Met dat onder een steen leven van jou valt het blijkbaar wel mee. Je bedoelt waarschijnlijk Jango Unchained, maar iets later kwam er ook een andere, heel succesvolle film uit: Twelve Years a Slave.
O ja, die bedoelde ik inderdaad. Twelve Years an Enslaved Person. Dat gaat niet, hè. Dat zullen ze dus moeten gaan omzeilen. Als zo’n film nu gemaakt zou worden, zou hij misschien Twelve Years in Slavery heten. Dat is jammer, want Twelve Years a Slave is een mooie, pakkende titel. Dus ik denk dat we veilig kunnen zeggen dat er in Amerika geen films of boeken voor het grote publiek meer zullen verschijnen met het woord slave of enslaved person in de titel. Slave niet omdat je dan de woke mensen tegen je in het harnas jaagt, enslaved person niet omdat het te lelijk is.
– En omdat je daarmee de niet-woke mensen tegen je in het harnas jaagt.
Klopt. Denk je eigenlijk dat deze malligheid nog terug te draaien is?
– Nee, dat denk ik niet. Het is een bal die naar beneden rolt en langzaam maar zeker steeds meer vaart krijgt. Net als met ‘blank’ en ‘wit’. Tien jaar geleden was het woke om wit te zeggen, maar nu is het neutraal en begint het verdacht te worden om ‘blank’ te zeggen. Het duurt misschien niet lang meer voordat je als ‘blankzegger’ automatisch in het kamp van Thierry Baudet terechtkomt. En zo zal het ook met ‘slaafgemaakte’ gaan. In de NRC, VPRO-gids en Onze Taal is het al best gewoon. Al bijna neutraal. En over tien jaar word je gecanceld als je het over ‘slaven’ hebt.
Gecanceld? Dat woord ken ik ook niet.
– Laat maar. Misschien overdrijf ik.
Nog heel even terug. Je zei dat het woord ‘slaafgemaakte’ net als enslaved person bedoeld is om duidelijk te maken dat Tom geen slaaf wilde zijn, dat Tom en Eliza mensen waren als jij en ik, die het ongeluk had om door slechte mensen in de vreselijke toestand van de slavernij gebracht te worden. Of geboren te zijn uit mensen die door slechte mensen in de vreselijke toestand van de slavernij gebracht zijn. Mijn misschien wat retorische vraag is nu: heeft het gebruik van dat woord dat effect inderdaad? Leidt het tot meer bewustzijn van het leed van de slavernij?
– Er is de laatste jaren ontegenzeggelijk meer aandacht voor het leed van de slavernij. Maar over het al dan niet causale verband tussen het woord en die aandacht durf ik niks te zeggen.
Het komt mij namelijk voor dat het niet bevorderlijk is voor een zinvolle bespreking van een onderwerp als je emotionele lading geeft aan de termen waarin je dat onderwerp bespreekt. Ik bedoel: het gebruik van het woord ‘slaafgemaakte’ beïnvloedt de inhoud van de discussie. Neem nu de zin: ‘Brandon Cooper, de eigenaar van de katoenplantage, zorgde goed voor zijn slaafgemaakten.’
– Ik snap je punt. Die zin klinkt erg raar. Bijna als een contradictio in terminis. Maar dat is ook de bedoeling van het woord ‘slaafgemaakte’. Dat we gaan beseffen dat het per definitie eigenlijk onmogelijk is om ‘goed voor je slaven te zorgen’. Alle slavenhouders zijn slecht, ook de aardige.
Dat moge zo zijn, maar die zin over Brandon Cooper is een serieuze bewering, waarmee iemand naar een reële situatie probeert te verwijzen. En je maakt deze en soortgelijke beweringen vrijwel onmogelijk door het woord ‘slaafgemaakte’ als standaardterm in te voeren. Slaven kunnen lachen, maar slaafgemaakten niet, bij wijze van spreken.
En ik heb nog een ander bezwaar. Als in een tv-programma of een krantenartikel over slavernij het woord ‘slaafgemaakte’ wordt gebruikt, denk ik al gauw: laat maar zitten. Dit is niet voor mij. Misschien worden er interessante en waardevolle dingen ter sprake gebracht, maar door het gebruik van dat woord duwen ze mij, misschien onbewust, een bepaald perspectief op de slavernij door de strot. Zo’n documentaire of artikel wil mensen woke maken als ze dat nog niet zijn. Of misschien beter gezegd: het is bedoeld voor woke mensen. Preken voor eigen parochie. Zo komt het in elk geval op mij over en ik denk niet dat ik de enige ben.
– Wil je dan niet woke zijn? Ik dacht dat je het een leuk woord vond?
Ja, dat wel, maar ik wil het niet zijn.
– Waarom niet? Je voelt je hopelijk toch niet méér thuis in het kamp van de Trumps, de Baudets en de Wildersen van deze wereld?
Nee, natuurlijk niet. Maar misschien kunnen we daar een andere keer over verder praten. Wat ‘slaafgemaakte’ betreft: dat is een esthetisch taalkundig misbaksel dat de discussie over slavernij en racisme meer kwaad dan goed doet. I rest my case.